Dood in december

Eric Diepvens|www.crimezone.nl|16/05/2010


Een boek als een longdrink
De bijna vijfenvijftig jaar geleden in Hasselt geboren Jo Claes bleef na zijn studies Germaanse filologie hangen in de Vlaams-Brabantse universiteitsstad Leuven. Hij woont er nog steeds en vult zijn dagen met lesgeven, genieten van het leven, het verzamelen van objecten in de religieuze sfeer en schrijven.
Zijn eerste boek, De stenen toren hield hij dertig jaar geleden boven de doopvont. Na een aantal romans en non-fictie, waarin ook het christelijke geloof centraal staat, resulteerde een weddenschap in 2008 in De zaak Torfs, het spannende debuut van deze aimabele Bijbelkenner. Verleden jaar volgde De blinde vlek en nu is met Dood in december het derde deel in de reeks van de Leuvense speurder Thomas Berg in de winkels aanbeland.

De verkoop van een zeldzame wiegendruk uit de vijftiende eeuw zorgt voor heel wat animo in het wereldje van bibliothecarissen, verzamelaars, antiquairs en historici. Als de huidige eigenaresse van het boek op een winterse ochtend volledig ontkleed dood wordt teruggevonden aan de oever van de Dijle, heeft hoofdinspecteur Thomas Berg meteen een mogelijk spoor. De onderzoeksrechter is echter niet overtuigd en denkt eerder in de richting van een zedenmisdrijf. Het Leuvense rechercheteam staat voor de moeilijke zoektocht naar motief en dader. En net als ze denken alles op een rij te hebben, zorgt oudejaarsnacht ervoor dat de gedurende het onderzoek opgestelde hypothesen onderuit gehaald worden.

Als we spannende boeken zouden vergelijken met drankjes, zijn het gros van deze werken pilsjes, die vlotjes geconsumeerd kunnen worden, maar waarvan de smaak niet lang blijft hangen. Enkele zijn echter topwijnen: zeldzame pareltjes die voor altijd in het geheugen blijven hangen. Dood in december is een longdrink, een cocktail: het straalt een zekere klasse uit en is vooral bedoeld om rustig van te genieten.
De keuze van de auteur om zijn misdaadverhalen te situeren in de wetenschappelijk-historische wereld van de restauratie, archeologie of ditmaal de incunabelen, geeft er automatisch een zeker cachet aan. Zijn rustige vertelstijl, die het verhaal aan de lezer ontvouwt in het tempo van een kabbelend beekje, staat ook deze keer weer garant voor enkele uren leesgenot.

Het is eigen aan de longdrink dat het beduidend meer glasvulsel, in de vorm van frisdrank of fruitsap, bevat dan alcoholhoudende vloeistoffen. En dat je goed moet schudden of roeren om een evenwichtig drankje te verkrijgen. Ook dit is terug te voeren op Jo Claes’ meest recente pennenvrucht: tijdens de zeer uitgebreide inleidende fase van het boek, lijkt het verhaal zich te ontwikkelen tot een licht erotische novelle, maar net als de lezer zich begint af te vragen wanneer het eindelijk spannend wordt, wordt de alcohol onderaan het glas bereikt en gaat het verhaal echt van start. De ingrediënten zijn er, maar waren gewoon niet goed door elkaar geroerd.

De opgevoerde personages worden – op uitzondering van onderzoeksrechter Hove na, die een echt karikatuur is van de dwarsliggende ambtenaar – wondermooi getekend en komen zeer levensecht over: het zijn geen actiehelden, maar figuren zoals wij allen met zorgen en (on)hebbelijkheden. Toch moet Jo Claes ervoor waken de focus niet te zeer te verplaatsen van de plot naar de personages, want de lezer zit niet echt te wachten op de kleinste details waarmee de protagonist zijn oudejaarsmaaltijd bereidt.

Wat betreft de locaties, of het nu cafés, eetgelegenheden of historisch erfgoed betreft, de auteur slaagt er telkens in de lezer te verrassen met bijzonder mooie plekjes in het Leuven dat hij kent als zijn broekzak. En het oud gemeenteraadslid kan het niet nalaten het huidige stadsbestuur af een toe een veeg uit de pan te geven door het hoofdpersonage kritiek te laten spuien op het huidige beleid. Dit alles resulteert in een zeer realistisch kader, dat de geloofwaardigheid van het geheel ten goede komt.

De combinatie van onderwerp, stijl en locaties hult Dood in december – en bij uitbreiding de hele reeks – in een zeer aparte sfeer die de lezer het unieke gevoel geeft een historische roman in handen te hebben die zich wonderwel niet in lang vervlogen tijden, maar in het heden, afspeelt. En daarmee verzekert de auteur zich terecht van een eigen plaatsje in de Vlaamse wereld van het spannende boek.
Een paar kleine, verwaarloosbare, details niet meegerekend, is Dood in december een pareltje van een misdaadroman, waarmee Jo Claes zijn kunnen bevestigt. Het boek is dan ook een aanrader voor elke lezer – fans van spannende literatuur en anderen – en verplichte lectuur voor zij die de interesse voor kunst en geschiedenis, gecombineerd met een misdadig plot, hoog in het vaandel dragen.