![]() De voorbije dagen was er in Leuven heel wat te doen geweest over wat er zich op het Fochplein afspeelde. Bij het afgraven van het wegdek waren de grondvesten van enkele tientallen huizen bloot komen te liggen. De kelders dateerden uit de late middeleeuwen en waren verrassend goed bewaard gebleven. |
![]() Er was beslist dat de site aan een grondig onderzoek werd onderworpen, maar de bij wet voorziene termijn was intussen verstreken en hoewel de archeologen bijlange na niet klaar waren, had het stadsbestuur de opdracht gegeven om de werken te hervatten en het terrein met bulldozers bouwklaar te maken. |
![]() Berg bewoonde de benedenverdieping van een 17de-eeuws pand. Het huis had een hoefijzervormige poort met een overdekte passsage. Zijn appartement lag rechts van de doorgang en de belangrijkste reden waarom hij het had gehuurd, was omdat het een zeshoekige glazen uitbouw had die een ideale biotoop vormde voor zijn orchideeën. |
![]() Verveeld staarde Chloë naar buiten. Veel beweging was er niet op de Grote Markt, hoewel het café nu stilaan begon vol te lopen met habitués die hun zondagse aperitief kwamen gebruiken. De meesten van hen waren senioren, opgetutte dames met strakke permanents en rondbuikige heren in deftige pakken. Notre Dame heette de zaak. |
![]() Het pand waarin Chloë een flat betrok, was een voormalig fabrieksgebouw zoals er de laatste tijd in de stad wel meer werden gerenoveerd. Door de almaar toenemende druk op de huizenmarkt en de steeds hoger wordende huurprijzen was het interessant geworden om dit soort industriële overblijfsels uit de negentiende eeuw nieuw leven in te blazen. |
![]() Het huis dat Dries sinds een paar jaar huurde, lag op het binnenplein van de voormalige Sint-Geertruiabdij, vlakbij de voetgangersbrug over de Dijle die uitkwam op de Karel van Lotharingenstraat. |
![]() De woning bestond uit een benedenverdieping die hij gebruikte als studio en een bovenste etage met tongewelf die als leefruimte fungeerde. De huur kostte hem een rib uit het lijf, maar de ligging was ideaal. Midden in de stad en toch afgeschermd van de drukte. Een verkeersvrije oase, gehuld in een bijna begijnhofachtige rust. |
![]() De klok van de sint- Geertruiabdij galmde door de ijle ochtendlucht. Halftien. Het werd stilaan tijd om te vertrekken, maar Dries kon er zich niet toe brengen een taxi te bellen. De gedachte aan de crematie beviel hem niet. Niemand had het recht om de laatste wens van een ander naast zich neer te leggen. |
![]() De huizenrij rechts van Dries’ woning bestond uit een vreemd aandoend samenraapsel van arduinen gevels. ‘Weet je wie die vleugel heeft laten optrekken?’ vroeg Chloë. ‘Ja,’ antwoordde Dries. ‘Een zekere kannunik Thiéry.’ |
![]() Thiéry was een bizar figuur: theoloog, ingenieur, psycholoog en kunstmecenas. Na de Eerste Wereldoorlog had hij de vernielde abdij opgekocht en laten renoveren met gerecycleerde gevels van burgerhuizen die tijdens de oorlog waren verwoest. Het was ongetwijfeld de vreemdste restauratie van een abdijsite in heel de wereld. |
![]() Chloë glimlachte bij zichzelf toen ze de Justus Lipsiusstraat insloeg. Voor een promovendus in de Nederlandse literatuur kon Hemeleers op geen toepasselijker adres wonen dan in een straat, genoemd naar een beroemd taalkundige. |
![]() De woning had drie verdiepingen en was wel twaalf meter breed. Op de eerste etage was de erker versierd met halfverheven beeldhouwwerk in kalksteen; voor het glas van de voordeur en de garagepoort zat sierlijk smeedwerk in de stijl van de tijd. Het was duidelijk dat het huis geld had gekost, veel geld. |
![]() Lodewijk Dehaene was een rijk man. Na de Eerste Wereldoorlog liet hij het huis bouwen met het basreliëf boven de deur als embleem van de familienaam. Maar bij de beurscrash van 1929 verloor hij heel zijn fortuin. Een paar maanden later vonden wandelaars hem in het bos van Heverlee. Opgehangen aan een boom. |
![]() Berg liep het park in rond het faculteitsgebouw. In het midden torende de betonnen kolos boven de bomen uit als een monster van architecturale wansmaak. |
![]() Op een betonnen plateau naast de ingang zakte een levensgroot, bronzen paard afgemat door zijn voorste poten. Geïntrigeerd bleef Berg staan. De sculptuur leek wel een waarschuwing: in dit gebouw wachtte er enkel uitputting en opgave. |
![]() De volgende foto toonde een gevel van een huis, meer bepaald de deur en twee uitstalramen van een winkel, met op de erker boven de ingang een wapenschild in arduin, aan elke kant geflankeerd door drie uilen. |
![]() ‘Mijn vader beweerde dat Louise uit liefdesverdriet een soort femme fatale was geworden,’ zei Dries. ‘Aanbidders genoeg, maar getrouwd is ze nooit. En een paar heel rijke minnaars zijn ook de revue gepasseerd. In elk geval zou ze het huis op het Sint-Jacobsplein van zo’n aanbidder gekregen hebben.’ |
![]() Chloë wandelde naar de Karel van Lotharingenstraat die met een onzekere bocht op de Vismarkt uitkwam. Een venijnige noordenwind snokte aan de bladeren van de bomen op het plein. Ze rilde en ging de Wentelsteen binnen. Het kostte haar geen vijf seconden om vast te stellen dat Hemeleers er niet was. |
![]() Berg vermoedde dat er meer leden van de verzetsgroep gestorven waren. De vraag was hoe hij daar zekerheid over kreeg. Bij de mensen van het Leuvens Historisch Genootschap misschien? Ze hadden hun kantoor in de Brusselsestraat. Hij nam zich voor om Coens dat zo snel mogelijk te laten uitzoeken. |
![]() De toeschouwers op het plein deinsden achteruit toen het dak van de bibliotheek met een hels kabaal instortte. Louise liep naar de zijkant van het gebouw waar de brand nog niet zo hevig woedde. In de Arendstraat stapelde een groepje jongemannen de houten bak van een bestelfiets vol boeken. |
![]() Berg vermoedde dat er meer leden van de verzetsgroep gestorven waren. De vraag was hoe hij daar zekerheid over kreeg. Bij de mensen van het Leuvens Historisch Genootschap misschien? Ze hadden hun kantoor in de Brusselsestraat. Hij nam zich voor om Coens dat zo snel mogelijk te laten uitzoeken. |
![]() De engelen links en rechts van Maria doodden elk met een lans het ondier aan hun voeten, net zoals de Moeder Maagd dat deed, zij het dan met een zwaard. Op die manier werd drie keer hetzelfde uitgebeeld: de overwinning van het goede op het kwade. |
![]() Berg vermoedde dat er meer leden van de verzetsgroep gestorven waren. De vraag was hoe hij daar zekerheid over kreeg. Bij de mensen van het Leuvens Historisch Genootschap misschien? Ze hadden hun kantoor in de Brusselsestraat. Hij nam zich voor om Coens dat zo snel mogelijk te laten uitzoeken. |
![]() Het meest opvallende ornament was het metershoge witstenen Mariabeeld in de centrale nis van de gevel. Over haar gewone kledij droeg de Moeder Gods een borstkuras en op haar hoofd een met een lauwerkrans getooide soldatenhelm. |
![]() Recht voor hen stonden vier sculpturen van meer dan twee meter hoog. De meest linkse stelde Johannes de Evangelist voor. Chloë zag dat het beeld een perfecte uitvoering was van het hare. |
![]() Het monument in wit marmer was één van de opvallendste graven op het Leuvense kerkhof. Het bestond uit een verhoogde sarcofaag waarover een jonge, huilende vrouw gebogen stond, het hoofd rustend op een arm die op het deksel van de tombe lag, een omhelzing over de dood heen. |