![]() Om de abdij te restaureren maakte Thiéry gebruik van het puin van burgerhuizen die in 1914 tijdens de brand van Leuven waren verwoest. Vandaar dat dat deel van de abdij eruitzag als een gewone straat in de stad. |
![]() Berg herkende de naam van de bloemenzaak. Die lag in de Wandelingstraat, niet meer dan een paar honderd meter van zijn deur verwijderd. |
|
![]() Van op een paar meter afstand keek het bronzen beeld van Erasmus Bergs richting uit. Het spitse, ondoorgrondelijke gezicht van de humanist herinnerde hem aan wat hij over de man had gelezen tijdens de jaren dat hij theologie had gestudeerd. |
![]() Vynckes antiekzaak lag ongeveer halverwege de Schrijnmakersstraat. Het was een prachtig pand uit de 18de eeuw, met een gezandstraalde gevel en drie ramen die als etalages waren ingericht. |
![]() Zeebos had hem gevraagd om naar de Metafoor te komen. Berg had de naam moeten googelen om erachter te komen dat het café in de Parijsstraat lag, gelukkig op niet meer dan tien minuten lopen van zijn flat. |
![]() Het meubilair bestond uit een samenraapsel van tweedehandstafeltjes en –stoelen; op de vloer lagen oude cementtegels die per vier een abstracte tekening vormden; overal tegen de muren hingen zwart- witfoto’s en metalen reclameborden van biersoorten. |
![]() Het pand in de Vaartstraat was ooit een likeurstokerij geweest en bestond uit een verwaarloosd herenhuis met een grote toegangspoort die naar een binnenplaats leidde waar vroeger vrachtwagens werden gelost en geladen. |
![]() Vanaf het terras van de Gambrinus kon je duidelijk de grote zwart-wit foto’s zien tegen de ramen van Bar Louis: allemaal beroemde mannen die als voornaam Louis hadden: Louis Couperus, Louis De Funes, Louis Pasteur, Louis Quatorze, Louis Armstrong, Louis Paul Boon… |
|
![]() De gevel van het restaurant bestond volledig uit glas. Terwijl Berg stond te wachten, liep een jong stel hem voorbij en ging naar binnen. De etensgeuren die door de open deur de straat op dreven, deden hem watertanden. |
![]() Het Kardinaal Mercierplein werd gevormd door het snijvlak van de Tiense- en de Vlamingenstraat en was in het midden opgesierd met een hoge 18de-eeuwse pomp in arduin waarrond ontelbare fietsen van studenten stonden gestald. |
|
![]() Wat verderop lag de faculteit van psychologie die geflankeerd werd door een vreemd huis. Op de benedenverdieping na bestond de gevel uit gevernist hout waarop enkele wapenschilden waren geschilderd en witte bandenrollen met spreuken. |
![]() Onder een afdak zag Berg een meterslang, halfverheven beeldhouwwerk dat uit vier delen bestond. Het stelde een reeks werkende mensen voor: fabrieksarbeiders, boeren die de oogst binnenhaalden, dok- en mijnwerkers. |
|
![]() Een met kasseien bestrate weg leidde naar de binnentuin van het complex dat in neogotische stijl was opgetrokken. Berg keek geïmponeerd om zich heen. Dit was dus het befaamde instituut dat was opgericht met de financiële hulp van Armand Thiéry. |
![]() Ze passeerden een ander beeldhouwwerk, dit keer in brons. Het stelde een man voor die aan een bureau zat en iets neerschreef. Het bleek om kardinaal Mercier te gaan. Berg vond dat hij een onsympathiek gezicht had: ascetisch, streng, hooghartig. |
|
![]() ‘Psyche’ is gemaakt in 1894,’ zei Vyncke. ‘Dat is de periode waarin Meunier in Leuven woonde. Museum M bezit een paar prachtige werken van hem. Dit beeld zou hun collectie natuurlijk mooi aanvullen.’ |
![]() ‘Wat de meeste mensen niet weten,’ zei Smeets, ‘is dat Pater Damiaan niet afgebeeld is met zijn eigen gezicht, maar met dat van Armand Thiéry, een vriend van Constantin Meunier.’ |
|
![]() Tegen de muur van het atelier was een gedenkplaat aangebracht met als opschrift: ‘In dit gebouw opgericht in 1744 door den geleerden dokter Rega heeft de groote beeldhouwer Constantin Meunier gewerkt van 1887 tot 1895.’ |